De verre kust

Het is inmiddels meer dan twintig jaar geleden dat Claire Randall via een magische kring van stenen in het door oorlog en plundering geteisterde Schotland verliet. Na een lange speurtocht ontdekt Claire dat haar geliefde, de stoere Schotse clansman James Fraser, nog leeft na de slag bij Culloden, waar de Schotse droom van onafhankelijkheid door de Engelsen werd verpletterd.
Ze wordt verscheurd door de keuze waar ze zich voor gesteld ziet: in haar eigen tijd blijven, bij haar dochter Brianna - het kind van James - of teruggaan naar de gevaarlijke Schotse Hooglanden.
Als Claire's dochter volwassen is, besluit ze nog eenmaal, en nu voorgoed, terug te keren naar het Schotland van de achttiende eeuw, waar James inmiddels het respectabele beroep van boekdrukker uitoefent.
Kort na hun gepassioneerde hereniging wordt het paar gedwongen tot een lange zeereis, in achtervolging van het schip waarop James' neef is ontvoerd om als slaaf te worden verkocht. Piraten, een epidemie aan boord, niets blijft hun bespaard. De vlucht voert hen uiteindelijk naar de verre kust van de koloniën in West-Indië, waar hun tocht een onverwachte wending neemt.